Meteen naar de inhoud

Problemen vergrijzing reeds jaren geleden bij politie-organisatie, minister en 2e Kamer aangegeven.

  • door

Naar aanleiding van de berichtgeving “Politieacademie kan instroom studenten niet aan” via het AD van 5 april 2019, publiceren wij onderstaande brief die wij in 2013 hebben gestuurd aan de toenmalige minister en de 2e Kamerfracties. Wij ontvingen een reactie terug die er in feite op neerkwam dat wij het te somber zagen. In de brief van de Minister aan de 2e Kamer, die naar aanleiding van ons onderstaand schrijven de Minister om een reactie had gevraagd, stond o.a. de volgende zinsnede: “Dit is voor mij geen probleem waarover ik mij zorgen maak, maar een gegeven waar ik mee aan de slag wil”………
Vanaf de oprichting van het Platform Bezorgde Dienders in 2009, hebben wij overigens al aandacht voor deze problematiek gevraagd, bij onze eigen organisatie en “de politiek”. Helaas werd het probleem vooruit geschoven (naar de volgende Kabinetten?). Naar onze mening heeft de politieorganisatie ook te gemakkelijk mee bewogen in de bezuinigingsdrang van de Kabinetten.
Nu de gevolgen aan den lijve worden ondervonden en nog heftiger zullen worden ontstaat er plotseling paniek.

0623 – 114039
www.bezorgdedienders.nl

bezorgdedienders@gmail.com

 

 

 

AAN:

De minister van Veiligheid en Justitie
De woordvoerders politie/justitie van de 2e Kamerfracties
Postbus 20301
2500 EH ‘s-Gravenhage

Onderwerp: Loopbaan/ouderenbeleid bij de politie.

Leiderdorp, 1 juni 2013.

Excellentie, geachte woordvoerder politie/justitie,
Wij, van het Platform Bezorgde Dienders, waren voornemens om wederom een petitie te schrijven en deze met steunbetuigingen van collegae aan u te overhandigen. Daar er meestal enige tijd overheen gaat alvorens een representatief aantal steunbetuigingen beschikbaar is en het onderwerp op dit moment zo actueel is, hebben wij besloten om in eerste instantie middels deze brief uw aandacht te vragen voor het volgende:
In het verleden hebben wij als platform op verscheidene wijzen aandacht gevraagd voor het ouderenbeleid bij de politieorganisatie. De omvang van een organisatie zoals de politie, kan ertoe leiden dat men “door de bomen het bos niet meer ziet”. Dat vereist nauwgezet loopbaanbeleid en zicht op toekomstige mutaties in het personeelsbestand. Iedereen weet dat er een einde komt aan de loopbaan van een werknemer waarna hij of zij van het welverdiende pensioen mag genieten.
Als platform zijn wij van mening dat daar voor wat betreft de politieorganisatie in de laatste decennia onvoldoende of onjuist op is geanticipeerd. Er werd niet geleerd van de geschiedenis. Bezuinigingsmaatregelen waren meestal de oorzaak van inconsistent beleid ten aanzien van het opleiden van nieuwe politiemensen, ter vervanging van uitstromend personeel.
Het ene moment werden goed functionerende opleidingscentra rigoureus gesloten. Dat leverde op dat moment geld op, maar op termijn bleek het financiële rendement daarvan beduidend minder dan verwacht, als gevolg van allerlei onvoorziene ontwikkelingen. Het andere moment werden er locaties bij gehuurd, omdat men zich plotseling realiseerde dat de instroom van nieuwe politiemensen geen gelijke tred hield met het aantal mensen dat de dienst verliet. Ook op dit moment is het beoogde aantal te werven studenten te laag om de grote uitstroom van politiemensen (13.000) in de nabije toekomst te compenseren.
De afgelopen week meldde u in de media dat u zich zorgen maakt over die vergrijzing bij de politie en dat stemde ons hoopvol. Eindelijk een bewindsman die het probleem benoemt. En dat in een tijd waarin het Kabinet door de huidige economische situatie en Europese ontwikkelingen genoodzaakt is om “de broekriem aan te halen”. Wij waarderen dat en wij delen uw zorg. Onze zorg is echter ook, op welke wijze er op deze problematiek door de overheid geacteerd zal worden en wat voor consequenties dat voor het ouderenbeleid bij de politie zal hebben. In dat kader wijzen wij u op het volgende:
Enige tijd geleden werd er via de radio verslag gedaan van een spannende schaatswedstrijd tussen Bob de Jong en Jorrit Bergsma. Het was de laatste ronde. De verslaggever sprak over “de veteraan” Bob de Jong.  “Bob de Jong? Veteraan? Die is toch pas 36?” Tegelijkertijd echter kwam het besef, dat de titel veteraan niet gebonden is aan leeftijd van de persoon, maar in dit geval wellicht meer gerelateerd is aan de leeftijd waarop iemand nog een bepaald beroep uitoefent of kan uitoefenen.
Een schaatser of voetballer die in de ogen van veel mensen nog best jong is, kan al wel “over de top zijn”. Hij wordt steeds minder “een partij” voor zijn tegenstander. Die tegenstander houdt er geen rekening mee dat zijn opponent niet meer kan doen waar hij vroeger toe in staat was. Sterker nog, die tegenstander zou daarvan profiteren en het zou hem op voorsprong brengen. Op relatief jonge leeftijd (in sommige gevallen al voordat zij 30 jaar oud zijn) stoppen mensen van die beroepsgroep daarom ook met het beoefenen van die sport. Logisch, want het gaat niet meer zoals het zou moeten.
Zo zijn er voor diverse beroepsgroepen zoals de politie, brandweer, ambulancepersoneel etc. in het verleden afspraken gemaakt over de leeftijd, tot welke het werk nog op een acceptabele wijze uitgeoefend zou kunnen worden. Voor de politieagent betekende dat: Werken tot het einde van je 60ste levensjaar of max. 40 dienstjaren. Dat laatste hield in dat je op de leeftijd van 57 jaar met Functioneel Leeftijd Ontslag kon gaan wanneer je op je 17e bij de politie begonnen was. De reden/oorzaak daarvoor is vergelijkbaar met die van de sporter. Logisch, want het gaat niet meer zoals het zou moeten.
De crimineel houdt er ook geen rekening mee dat “zijn opponent”, de agent, eigenlijk te oud is om nog snel over schuttingen te klimmen en/of fysiek de nodige weerstand te bieden. De crimineel gaat niet aardiger tegen die oude agent doen, omdat die al zoveel krassen op zijn ziel heeft. Integendeel, evenals die sporter (maar wel met een heel andere intentie) zal hij er gebruik van maken en zal het hem op voorsprong brengen en de agent dus op achterstand.
De toenemende kennis in de medische wetenschap, maakt het mogelijk dat de gemiddelde leeftijd waarop mensen overlijden, hoger wordt. De medische wetenschap is tegenwoordig tot veel in staat. (Ouderdoms)kwalen worden beter beheersbaar door medicijnen en/of behandelingen. Dat is mooi, maar het wil niet per definitie zeggen dat de vitaliteit van die oudere mensen ook toeneemt. Evenmin is het vanzelfsprekend dat de leeftijd van 67 jaar wordt bereikt. Zowel de lichamelijke als de geestelijke belasting eisen bij veel politiemensen helaas vaak eerder hun tol.
Onderdeel van de weerbaarheidstraining die momenteel aan de politiemensen wordt gegeven, is het onderzoek naar de coherentie van de politiemensen. In dat verband werd een deel van de uitkomst van een onderzoek binnen een Amerikaans politiekorps gepresenteerd. Dat onderzoek gaf aan dat de zwaarte van het politiewerk o.a. leidt tot:
  • Een risico op hart- en vaatziekten bij politieagenten dat 2,3 keer hoger is dan bij “de gemiddelde burger”;
  • Significant verhoogde bloeddruk;
  • Hoog gehalte stresshormonen;
  • Percentage zelfdodingen dat bijna 3 maal hoger ligt;
  • Significant hoger alcoholgebruik;
  • Hoog percentage echtscheidingen.
Omdat de beroepsbevolking krimpt en de bevolkingsgroep die aanspraak maakt op de pensioenpot en AOW steeds groter wordt, is het noodzakelijk dat mensen langer doorwerken. De overheid stimuleert dit door de positie van ouderen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De leeftijd waarop iemand recht heeft op een AOW-uitkering, gaat geleidelijk omhoog. Het huidige Kabinet wil de AOW-leeftijd in stappen verhogen naar 66 jaar en later tot 67 jaar. Wij begrijpen dat mechanisme, maar zijn van mening dat het niet klakkeloos overgezet kan worden op iedere beroepsgroep, evenmin als dat voor sporters het geval is.
Wij hebben zorgen over de wijze waarop de leeftijdsverhoging 1 op 1 op de politieagent van toepassing is geworden. Wanneer je beziet dat de burger in de toekomst 2 jaar langer moet werken, zou het reëler zijn wanneer de politieagent tot max. 62 jaar zou moeten werken. Argumenten die er toe leidden dat de politieagent max. 40 jaar, of max. tot de leeftijd van 60 jaar dat werk kon doen, zijn met een pennenstreek teniet gedaan en “van tafel geveegd”. Contracten bij aanvang van de loopbaan door werkgever en werknemer ondertekend, worden als niet geschreven beschouwd.
Het voelt als een scheidsrechter die een kwartier voor het einde van de wedstrijd de spelregels verandert. Zoals de spelers het vertrouwen in de scheidsrechter dan kwijt zullen raken, zo raakt de werknemer het vertrouwen in zijn werkgever kwijt. Het is een zwaktebod in een soort paniekreactie op de economische recessie, dat afbreuk doet aan de kwaliteit van het politiewerk.
Ons bereikten geluiden als “Na hun zestigste moet je politiemensen ook niet meer op straat laten werken”. Dat klinkt mooi maar wanneer men dat zou realiseren, moet men nu al starten met de bouw van grote politiebureaus, omdat dergelijk beleid in zal houden dat er heel veel politiemensen binnen komen te zitten. Bij het gelijk blijven van het aantal FTE’s binnen de politieorganisatie, betekent dat tevens een aanslag op het aantal politiemensen dat beschikbaar zal zijn voor de noodhulp, primair de taak van de politie.
Geachte heer Opstelten, dat kan toch nooit uw bedoeling zijn. In het besef dat veiligheid geld kost doen wij hierbij dan ook een beroep op uw gezonde verstand, waarmee u constateerde dat de politieorganisatie vergrijst en willen u hierbij in overweging geven om de maximum leeftijd, tot welke executieve politiemensen hun vak moeten uitoefenen, te stellen op 62 jaar in plaats van 67 jaar. Wij beseffen overigens dat er ook dan nog altijd sprake is van een categorie collegae, die voor hun 20ste levensjaar zijn aangesteld en dus meer dan de twee jaar die met hen overeengekomen is moeten werken.
Wij wachten uw reactie af.
Hoogachtend,
Het Platform Bezorgde Dienders.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *