Meteen naar de inhoud

Het strafblad van de diender

www.bezorgdedienders.nl
bezorgdedienders@gmail.com

13 juli 2023

HET STRAFBLAD VAN DE DIENDER / EEN TWEEDE KANS.

Wanneer ik eenmaal begin te schrijven “vloeien de columns meestal uit mijn pen”, maar ditmaal wilde het niet erg vlotten. Niet omdat het ontbrak aan stof tot overdenken, maar het onderwerp ligt best gevoelig in de politie-organisatie en in onze maatschappij in het algemeen.

In een cultuur waarin de term “grensoverschrijdend gedrag” te pas en te onpas wordt gebezigd, overigens met het gevolg dat de waarde daarvan devalueert, loop je, wanneer je een visie ventileert die niet strookt met die van “andersdenkenden” (vanuit welke invalshoek dat ook moge zijn), het risico om in een hokje geplaatst te worden waarin je jezelf niet thuis zou voelen.

En toch, wanneer niemand meer de vrijmoedigheid vindt om zijn/haar mening of gevoel te uiten, dan wordt het eng in de maatschappij en organisatie. In dat besef, en in het besef dat alles gezegd mag worden maar niet altijd gezegd hoeft te worden, schrijf ik deze column. Ik ben niet van het schofferen en tot elke prijs gelijk hebben, maar onder laten sneeuwen ligt mij evenmin. Naar mijn mening gebeurt dat laatste steeds vaker.

“De politie” wordt in de verschillende nieuwsitems, talkshows en andere (sociale)media, in het algemeen weggezet als één grote discriminerende, racistische, grensoverschrijdende club, waar het gebruik van buitenproportioneel geweld en frauduleus handelen vaak de maatstaf is. Dat raakt mij, en ik druk het netjes uit wanneer ik schrijf dat het mij bijzonder teleurstelt.

Niet zelden worden er dan politiekcorrecte maatregelen genomen, nog voordat men precies weet wat er heeft plaatsgevonden. Het lijkt er dan wel eens op, dat imagoschade van het korps van grotere zorg is dan het belang en welzijn van de medewerker.

Er zijn gevallen bekend waarin politie-agenten op basis van filmfragmenten publiekelijk afgerekend en te schande gemaakt werden vanuit eigen organisatie (zo’n politie willen wij niet zijn), publiek, politiek en zelfs de ombudsman, onder het motto “kijk ons eens deugen”.

Na een veel te lang durend onderzoek, gedurende welke periode diezelfde collega’s in onzekerheid werden gelaten, werden de nuances duidelijk waarna de collega’s “in ere werden hersteld”. Maar de publieke beschadiging had zijn onherstelbare werk gedaan. En ook vernederende bejegening, kan zodanig traumatisch ervaren worden, dat het tot PTSS leidt.

Wanneer een burger een overtreding of misdrijf begaat, is er de mogelijkheid dat daar een aantekening in het Justitieel Documentatie Register aan gekoppeld wordt. In de volksmond spreekt men dan over een strafblad. Zo’n strafblad kan in het latere leven van die persoon best vervelende gevolgen hebben. Afhankelijk van het gepleegde feit, is er echter wel de mogelijkheid om na een verjaringstermijn van dat strafblad af te komen.

Bij de politie-organisatie in Nederland werken duizenden dienders die ook een “strafblad” hebben. Een strafblad van een geheel andere orde. Een strafblad dat misschien weggestopt kan worden, maar dat nooit meer verjaart.

Het zijn de beelden en ervaringen die op het netvlies zijn gebrand, en die op het meest onverwachte moment “naar boven kunnen komen”. Zij kunnen aanleiding zijn voor een verwrongen referentiekader, dat het vertrouwen in leidinggevenden en/of de mensheid in zijn algemeen negatief beïnvloedt. Het zijn de hamerslagen op de beitel die het karakter van een mens mede vormen.

Bij “mijn” eerste dode aan het begin van het operationele deel van mijn loopbaan bij de politie, werd het lichaam inbeslaggenomen en was het noodzakelijk dat de politie tijdens het overbrengen van dat lichaam, erbij bleef tot een arts de schouw had verricht. Toen het lichaam bij het rouwcentrum op een roestvrijstalen tafel werd gelegd en van kleding werd ontdaan, hoorde ik bij de medewerkers van het rouwcentrum een vorm van taalgebruik, die mij op z’n zachtst gezegd verbaasde.

Kennelijk was dat bij één van de medewerkers opgevallen. Hij vroeg mij hoe lang ik al bij de politie zat. Toen ik hem vertelde dat dat nog niet zo lang was, zei hij tegen mij: “Dat is ons schild jongen, anders zouden we dit werk niet lang volhouden. Wanneer er nabestaanden bij aanwezig zouden zijn, dan zouden we nooit op die manier met elkaar praten”. Ik kon toen absoluut niet bevroeden, dat ik na verloop van tijd zo’n zelfde schild zou gebruiken tijdens en/of na heftige gebeurtenissen.

Dat kwam o.a. wel eens tot uiting wanneer we ons stonden om te kleden in de kleedruimte, na een dienst waarin we voor de zoveelste keer uitermate vervelende confrontaties hadden beleefd met overlast gevende jongeren met een migratieachtergrond, waarbij termen als “k..kerhomo” en “ga je moeder n..ken” door de lucht vlogen.

Bovendien was de politiesterkte voor wat betreft het operationele deel van de organisatie toen nog aanzienlijk ruimer, en stonden we na een avonddienst met minstens 6-8 dienders ons om te kleden en ondertussen “stoom af te blazen”. Er bestonden toen nog geen appgroepen waarin stoom werd afgeblazen. Tijdens de crepeersterkte gedurende vakantieperiodes van destijds, waren er meer dienders beschikbaar dan nu voor de “normale” planperiodes.

Kan dat schild dan te pas en te onpas als excuus gebruikt worden, wanneer de diender “uit de bocht vliegt”? Nee, maar het is wel een factor waar we mee te dealen hebben, en waarmee misschien rekening gehouden zou kunnen worden voordat er geoordeeld en veroordeeld wordt.

Moeten er dan geen consequenties aan verbonden worden, wanneer een diender “uit de bocht vliegt”? Ook dat leest u niet in deze column. Er bestaat echter onderscheid tussen rechtmatig en rechtvaardig. Een opgelegde straf kan rechtmatig zijn, maar kan wanneer je inzoomt op de feiten zo onrechtvaardig voelen.

Je kunt soms door je aan de letter van de wet te houden, tegen de geest van de wet ingaan. Dan ontbreekt de fijngevoeligheid en wordt alleen de strenge wet bepalend onder druk van media, publieke opinie etc., die zelf geen enkel idee hebben wat de aanleiding was voor het gedrag van de diender, bijvoorbeeld toen hij en zijn gezin in hun privésfeer werden bedreigd, of na het zien van heftige beelden, waarbij collega’s gewond raakten.

Ik besluit deze column met 2 cases. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat media, publieke opinie en/of showwereld etc., middels psychologische druk mede bepalen welke straf of maatregel er opgelegd (of juist niet opgelegd) zou moeten worden, of dat de organisatie een voorbeeld zou moeten stellen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat daar in beide cases sprake van is. Oordeelt u zelf.

Casus 1:
Een zogenaamde BN’er beweegt een twaalfjarige jongen die de BN’er volgt op Instagram, ertoe om voor de camera diens geslachtsdeel aan de BN’er (en dus aan al de kijkers van dat moment) te tonen. De BN’er belooft, vergezeld van een eed, die jongen daarvoor een astronomisch geldbedrag. Het jochie gaat op dat verzoek in, en toont zijn geslachtsdeel.

De BN’er laat de jongen vervolgens weten dat het een grap is en dat de jongen geen geld krijgt, waarna de BN’er en zijn kompaan in lachen uitbarsten, een gedesillusioneerde jeugdige fan verder aan zijn lot overlatend. Het fragment wordt vele malen gedeeld en bekeken.Vanaf dat moment belandt het jochie in een leven van eenzaamheid, dat zich kenmerkt door vilein pestgedrag van vriendjes, die niets meer met hem te maken willen hebben. Hij is voor het leven beschadigd.

Maar ook de BN’er loopt schade op, door op deze wijze in de publiciteit te komen. Het zorgt voor veel ophef dat een bekend iemand dit met een minderjarige doet. Op internet worden berichten gevonden die melden dat de BN’er eerder al oneerbare voorstellen zou hebben gedaan aan minderjarige tienermeisjes.
Om de schade te beperken staan er direct diverse talkshows klaar, om de BN’er podium te bieden waarop hij zijn verhaal kan doen.

Dat weerhoudt de politie er overigens niet vanom de BN’er aan te houden voor verhoor. De BN’er wordt uiteindelijk niet vervolgd. Volgens het OM is er weliswaar sprake van een strafbaar feit, maar wordt de zaak geseponeerd omdat het slachtoffer geen baat zou hebben bij een rechtszaak.

Anderhalf jaar later treedt het slachtoffer naar buiten, in een poging om te bereiken dat het pestgedrag zal ophouden. Hij wordt, ook door voormalige vriendjes, steeds uitgescholden voor kankerhoertje, kankerhomo etc. en voelt pijn, pijn, pijn. Ook zijn broertje en zusje ontvangen via sociale media berichten als “Fijn dat het leven van je broertje kapot is”. Het leven is voor hem een hel geworden.

Ondertussen is de BN’er enkele maanden na het voorval al weer op uitnodiging op podia te vinden. In eerste instantie weliswaar beperkt, maar de roep vanuit de showwereld en vanuit het publiek, om hem een zogenaamde tweede kans te gunnen, wordt steeds luider. Inmiddels is hij al weer lange tijd werkzaam in de showbusiness met prachtige aanbiedingen, terwijl zijn slachtoffertje niet meer naar buiten durft en zijn leven in eenzaamheid en met schaamte doorbrengt……

Casus 2:
Een politie-agent van onbesproken gedrag, bezigt als gevolg van een heftige gemoedsbeweging tijdens de aanhouding van een verdachte (een collega die eveneens bij de aanhouding was betrokken, zat een half jaar na de aanhouding nog steeds ziek thuis), een uitdrukking die als racistisch aangemerkt zou kunnen worden. Het Openbaar Ministerie (OM) vervolgt de politie-agent daarvoor.

De rechter volgt uiteindelijk het oordeel van het OM en legt de politie-agent een geldboete op. Daarnaast eist de rechter een financiële schadevergoeding aan het slachtoffer. Over de psychische impact bij de politie-agent, als gevolg van de vechtpartij zelf en de ophef in de media, wordt niet of slechts beperkt gesproken.

Na tweeëneenhalf jaar sinds het voorval tot tevredenheid en zonder beletselen gefunctioneerd te hebben, wordt de politie-agent benoemd als leidinggevende. Er wordt hem een zogenaamde tweede kans gegund.

Verontwaardiging ten top! Diverse gremia, politiek, maar ook individuele zogenaamde BN’ers, kregen via de (al dan niet sociale) media ruim baan om die verontwaardiging te spuien, zonder dat men wist wat de werkelijke aanleiding tot het gedrag van de politie-agent was, en hoe die samen met zijn collega in een uitermate benarde positie was beland, bij een in eerste instantie eenvoudig lijkende bemiddelingsklus.

Mede als gevolg van die ophef werd de tweede kans teruggedraaid.

Platform Bezorgde Dienders
Dolf Mauritz

15 reacties op “Het strafblad van de diender”

  1. Ik hoop dat een rechter eens oordeelt over bijvoorbeeld slachtoffer advocaat De heer R Korver .die de media bespeelt of de politie buiten proportioneel heeft gehandeld! Zelfde als je ziet dat je vrouwelijke collega bijna het loodje legt in een gevecht en er onwelvoeglijk taalgebruik wordt gebezigd. Had ie politierechter moeten kunnen begrijpen!

  2. Prima column, Dolf. Jammer genoeg lijkt ons bedrijf inderdaad niet opgewassen tegen de morele (voor) oordelen vanuit de media, politiek en burgerij en gaat men liever over tot het “offeren” van de medewerker om zodoende de storm weer te doen luwen en de deugd te tonen. Natuurlijk moeten incidenten goed bekeken en be- en indien bewezen veroordeeld worden, maar vaak wordt de context onvoldoende betrokken in de beoordeling. Ik vraag me dan ook net als jij vaak af wat daar de oorzaak van zou kunnen zijn. Ik vermoed dat onvoldoende weerstand tegen externe druk en het niet in staat zijn om de context te kunnen bevatten door gebrek aan ervaring of empathie hieraan ten grondslag ligt. Net als jij ben ik van mening dat een ieder op dezelfde wijze bejegend moet worden, maar dat geldt net zo goed andersom. De door jou beschreven termen zijn nog mild. Iedere politiemedewerker ervaart dagelijks dat het waakzaam en dienstbaar zijn door velen niet wordt geaccepteerd. Krachttermen van een andere orde en geweld richting de collega’s en zelfs hun dierbaren zijn immers aan de orde van de dag en het enige wat de politiek, media en het eigen bedrijf hierover roept is dat het onacceptabel is. Verder blijft het stil omdat het benoemen van de mogelijke oorzaken direct leidt tot indeling in het kamp van de “anders denkenden”. De angst hiervoor zorgt dat de meningen en gevoelens niet worden geuit. Ze blijven echter wel latent aanwezig wat bij sommigen leidt tot frustratie en wat dan soms weer aanleiding is voor een volgend incident. Terwijl ik de laatste zin schrijf hoor ik het volgende morele oordeel al weer aankomen. Het is toch je werk? Je bent toch professional? Klopt, maar het zijn ook gewoon mensen. Mensen die vanuit hun gevoel trachten het voor ieder mens in Nederland veilig en leefbaar te houden. Dag en nacht klaar staan voor een ieder die een beroep op ze doet en zelfs bereid zijn om hiervoor het grootste offer te brengen door hun eigen leven op het spel te zetten. Ik denk zelfs dat ze hiervoor geen dankbaarheid verwachten, maar enig besef dat de context waaronder ik dit werk moeten doen zou kunnen bijdragen aan aan het niet direct veroordelen van een medewerker wanneer deze vanuit een emotie als angst, woede of verdriet iets doet of zegt.
    Jammer genoeg is het (ver)oordelen voor velen een manier geworden om zelf exposure te krijgen. Het aanschuiven aan een talkshowtafel, schrijven van een column, artikelen plaatsen op instagram of Facebook om te oordelen over iets waarvan men slechts vaak eenzijdige kennis van heeft of beelden van heeft gezien geeft kennelijk veel mensen voldoening. Beter is om op zoek te gaan naar de oorzaak. Ga eens praten met de mens achter de baan. Laat hem/haar een vertellen wat hij op dat moment voelde en dacht. Probeer jezelf eens in te leven wat jij́zou doen. Onderzoek de feiten en ook al passen ze niet in de huidige maatschappelijke mores, benoem ze toch en draai er niet omheen omdat je anders risico loopt. Diegene die onder het vergrootglas ligt loopt immers iedere werkdag risico voor jou en je dierbaren.

    Ik zou er nog veel meer over kunnen zeggen, maar ook ik moet opletten dat de emotie die ik hierbij voel niet leidt tot uitspraken waarover een moreel oordeel weer snel geveld zou kunnen worden.

    Keep up the good work, Dolf!

  3. Goed verwoord Dolf! Deze gevoelens leven bij veel collega’s, maar jij geeft er woorden aan. Deel je dit nog op LinkedIn? Daar mag dit geluid ook “gehoord” worden. Gr.

  4. Zo, zó herkenbaar Dolf. Ik ben nu 62 jaar, waarvan 43 jaar lang altijd op straat in de frontlinie gewerkt. Inmiddels heb ik, niet alleen door alles op straat, maar óók binnen òns circus, de handdoek in de ring moeten gooien. Ik troost me met de gedachte dat ik voor veel mensen wél iets heb kunnen betekenen. Maar het doet pijn om dit mooie werk zo af te moeten sluiten.

  5. Ik ben geen ‘diender’ maar waardeer het werk van de dienders in hoge mate. Als jullie er niet meer zouden zijn, zou het in ons mooie land een grote chaos worden met al die mensen die verkeerd willen. Zet hem op! Van mij mag het

  6. Mooi artikel Dolf. Erg frustrerend iedere keer als je dit soort onterechte en vaak ongefundeerde meningen voorbij ziet komen. En dan ook nog vaak van prominenten waarvan je mag verwachten dat ze wel wat verder kunnen (na)denken dan hun neus lang is.

  7. Dag Dolf,
    Je kan de kern niet beter raken. Inmiddels ben ik er (helaas) van overtuigd geraakt dat deze ontwikkeling noch te keren nog terug te draaien valt. Decennia geleden gestart met bedreigingen, letterlijk aan het adres van dienders, die daar maar boven moesten staan, zich geen zorgen moesten maken want het loopt wel los en je moet maar een brede rug hebben, ondanks de angst bij eigen gezins- en familieleden en kinderen. Deze opstelling was het antwoord van zowel leidinggevenden als de politiek. De politiek die er geeneens notie van wilde nemen. Laat staan er actief tegen te acteren. Het is door gezweerd en heeft de maatschappij verkankerd. En nu de politici zelf aan de beurt zijn, niet in het minst door hun eigen voorbeeldgedrag (verre van “voorbeeldig gedrag”) in de politieke arena’s, wordt er moord en brand geschreeuwd! Maar nergens de hand in eigen boezem. En nee, ik keur het daarmee zeker niet goed, het is een schandalige ontwikkeling. Maar ik kom nergens tegen dat er vanuit het objectieve perspectief van oorzaak en gevolg naar wordt gekeken. Grensoverschrijdend gedrag. Jazeker, tegenover iedereen die in het publieke domein werkt. Zonder maatregelen diegenen daartegen te beschermen of in ieder geval daar adequate reacties op te laten volgen. En als het menselijk incasseringsvermogen van iemand die daar werkt wordt overvraagd, volgt direct publiekelijke veroordeling, vaak startend vanuit de inmiddels door vele medewerkers als niet meer veilig gevoelde eigen organisatie. Politieke correctheid. Die bestaat al jaren niet meer. Schrap dat maar uit de lijst met redenen waarom je iets zo moeten doen of nalaten!
    Na bijna 45 jaar ben ik er helemaal klaar mee. Thijs verwoord het zo invoelbaar. Trots ben ik op wat ik met mijn collega’s in het werk voor mensen heb kunnen betekenen: Het verschil (vaak tussen leven en dood) gemaakt te kunnen hebben. Trots op collega’s die dat nog steeds dagelijks gewoon doen, vanuit intrinsieke motivatie. Maar vraag mij maar liever niet meer hoe het zit met trots in relatie tot onze eigen organisatie. Daarvoor is er veel te veel werk in de eigen winkel vereist.

  8. Mooi verwoord Dolf! Van dichtbij meegemaakt dat een collega na een incident direct al werd ‘veroordeeld’ in de media met de opmerking “Dit is niet het gedrag dat wij van onze collega’s verwachten. Dit is niet de politie die wij willen zijn.” Uitspraken zonder dat er überhaupt onderzoek was gedaan en de collega al drie-nul achter zetten. Waar is onze rugdekking?

  9. Hoi Dolf,

    Mooi verwoord. Ik ben het ook helemaal met collega Oosterheerd eens. Ik ben slechts 23 jaar bij deze baas maar voel het net zoals hem.

  10. Natuurlijk is dit een ondermijnend probleem waar wij mee te maken hebben.
    Ik werk al 32 jaar bij deze organisatie en daarbij heb allerlei collega’s van diverse “pluimage”, dit bedoel ik zeker niet verkeerd want ik heb ALTIJD prima met deze mensen gewerkt en doe dat nog steeds. Vroeger werden wat makkelijker grapjes gemaakt, maar let wel, dat gold voor alle etnische achtergronden van mensen ook de NEDERLANDSE.
    Hierin is zeker iets veranderd omdat er veel over is gecommuniceerd intern en de tijd is veranderd en wij bewuster met “grapjes” omgaan. Bij ons onderdeel heb ik weinig van wat de media roept kunnen waarnemen. Wat mij wel irriteert is dat “de baas” wel tevoorschijn komt als er dan collega’s in de fout gegaan zijn, dan bijna kruipend op tv verschijnt. Wat ik dan mis zijn harde woorden dat hetgeen waar wij voor staan ALTIJD uigevoerd wordt, namelijk hulp verlenen aan hen die dat behoeven. Het zal de leiding sieren om dat geluid eens met rechte schouders te vertellen. Het raakt ons diep om over 1 kam geschoren te worden met “foute” collega’s. Kortom dat er een positieve boodschap uitgedragen wordt.

  11. Heel herkenbaar allemaal. En ik hoor (en weet) dat een overgrote meerderheid van de collega’s er net zo over denkt, inclusief leidinggevenden. Opvallend is dat degene die “niks meer te verliezen hebben”, vooral 60+ en collega’s die lef hebben, nog openlijk kritisch durven te zijn. De rest is het vaak eens met die kritiek, maar houdt liever zijn mond uit angst voor de gevolgen. In die wereld leven we nu.

    We hebben de mond vol van diversiteit, inclusie en het tegengaan van uitsluiting. Maar collega’s die kritisch zijn, of een andere mening hebben (wat nu juist divers en inclusief is!) worden buitengesloten. Dat is nog het bizarre van alles. We kunnen blijven klagen en de handdoek in de ring gooien, maar daar gaat het gevoel van onrecht niet mee weg. Het zou goed zijn als de stille meerderheid zich niet alles maar laat aanpraten en aanleunen. Alleen ik denk dat de tijd nog niet rijp is.

  12. Ik zag jouw verhaal onder mijn verhaal opduiken, mooi geschreven en tussen de regels doorlezend verschillen we niet zo heel veel, waar ik steeds meer moeite meekrijg is dat de problemen steeds maar weer worden afgezwakt en in politiek correcte termen datgene wat ik schrijf veroordeeld, bizar. Helemaal door leidinggevenden, die ik ook nog ken, volledig in een ander daglicht worden geplaatst en mij min of meer als racist wegzetten, onzin, ik benoem al datgene wat ik al jaren heb meegemaakt en nog steeds speelt en waar iedereen van wegkijkt en het probleem als zodanig dus verzacht en het vervolgens bij de dienders neerlegt, ik weiger die onzin te accepteren.

  13. Gelukkig hebben we een TCO (team collegiale opvang). Die heb ik niet nodig voor mijn werk buiten… Wel voor de manier waarop er intern met mij en mijn collega’s wordt omgegaan. Een verkeerde opmerking levert direct een VIK onderzoek op. Waar is de leidinggevende die het met een reprimande af durft te doen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *